Raatakkers of Celtic fields
(Afb. boven – bron: Archeologische waardering van Celtic fields in Drenthe, Afb. 10 b Het Celtic field op het Noordsche Veld bij Zeijen verbeeld als Image Map.)
Raatakkers & Hof van Rhee
In de directe omgeving van ons perceel Hof van Rhee zijn sporen van raatakkers (‘Celtic fields’) ontdekt. Reden om daar wat meer aandacht aan te besteden.
In het beplantingsplan van Hof van Rhee komen de raatakkers (symbolisch) terug: een deel van het perceel bestaat uit kleine akkertjes waarvan de grenswalletjes reeds beplant zijn met bramen, krentenboompjes, vijgen, vlier en appel.
Celtic Fields zijn prehistorische akkercomplexen, met een schaakbordachtig patroon van aaneengesloten, vaak vierkante akkertjes van ongeveer 20 tot 40 meter in doorsnede. Deze zijn begrensd door 30 tot 100 cm hoge wallen, die aan de basis 8 tot 12 meter breed zijn. Tot ong. 200 voor Chr. werd er nog niet met wallen als omheining gewerkt, maar met vlechtwerk of heggen.
Deze complexen komen voor in Denemarken, Noord-Duitsland, Nederland, Polen en de Baltische staten. In Zweden, Groot-Brittannië en Ierland zijn enigszins vergelijkbare prehistorische akkercomplexen te vinden, maar daar worden de akkers meestal begrensd door stenen muren.
Drenthe is in Nederland de provincie met het grootste aantal Celtic fields. Twee van de best bewaarde liggen dicht bij Rhee, namelijk het Noordsche Veld bij Zeijen en het Ballooërveld bij Balloo.
Naam
De naam ‘Celtic fields’ is ontstaan doordat Engelse onderzoekers ten onrechte dachten dat deze akkers door de Kelten waren ontgonnen. Onderzoek wijst uit dat de Celtic fields in onze streken dateren uit de Late Bronstijd tot in de Romeinse Tijd, dat is de periode vanaf ca. 1100 v.Chr. tot 200 n.Chr.
Gebruik & Bewoning
Op de akkertjes werden gewassen zoals spelt en emmertarwe, maar ook gerst en rogge verbouwd. Na een periode van gebruik lagen deze akkers braak en werden andere, nieuwe veldjes in gebruik genomen. Zo groeide langzaam maar zeker het akkercomplex. Wanneer een braakliggend veldje opnieuw in gebruik werd genomen, brandde men de begroeiing plat en verwijderde vervolgens de zode. Dit materiaal werd aan de rand van de akker gegooid en vormde de aanzet voor de wallen.
De boeren woonden in woonstalboerderijen. Van daaruit werd het omliggende land bewerkt. Na één of twee generaties verplaatste men de erven en boerderijen een stukje. Zo ‘wandelden’ de boerderijen door het Celtic field. Later werden de veldjes langduriger en vaker gebruikt. De braakperioden werden korter, de bemesting en bodembewerking intensiever. Zelfs de wallen, die inmiddels waren uitgegroeid tot 8 tot 12 meter brede stroken, lijken in de eindfase te zijn gebruikt als bouwland.
Karakter
Celtic Fields kunnen tientallen hectaren groot zijn, soms zelfs meer dan 100 hectare. Door het karakteristieke ruitjespatroon en de hoogteverschillen tussen de akkers en de omringende wallen zijn Celtic fields soms nog met het blote oog zichtbaar. Wanneer de hoogteverschillen nagenoeg verdwenen zijn door eeuwenlang landbouwgebruik, zijn de sporen soms nog zichtbaar op luchtfoto’s en heel gedetailleerde hoogtekaarten.
Celtic fields vertellen veel over de prehistorische landbouw: gewassen, landinrichting, verkavelingssystematiek en eigendomsverhoudingen.
Dominee Johan Picardt (1600-1670) schreef over raatakkers in zijn boek ‘Annales Drenthiae (1660). Naar zijn idee waren raatakkers plekken waar legereenheden zich tijdelijk vestigden als ze op doorreis waren. Maar het konden ook woonplaatsen van groepen mensen uit een voorchristelijk verleden zijn. In 1642 kwam hij naar Drenthe en woonde in de oude kloosterboerderij aan de Doctor Joh. Picardtweg in Rhee precies tegenover Hof van Rhee.
Dominee Johan Picardt beschreef in 1660 als eerste de Celtic fields in Drenthe. Hij duidde ze aan als ‘oude Heydensche Leger-plaetsen’ en maakte zich een voorstelling van hun ontstaan en gebruik. Bron: Drents Archief.
In 2009 werd er in opdracht van de gemeente Assen archeologisch onderzoek gedaan op het perceel ten noordoosten van ons terrein, zie het rode vlakje op onderstaande kaart. Daarbij kwamen geen archeologische sporen aan het licht, behalve drie kuilen, waarschijnlijk uit het midden van de 20e eeuw.
Een ander perceel, ten noordwesten van de Hof van Rhee, is aangewezen als een terrein van archeologische waarde, omdat hier stukken bewerkt vuursteen en scherven aardewerk zijn gevonden. De vondsten dateren alle uit de nieuwe steentijd tot en met bronstijd. Hier zijn op luchtfoto’s sporen van Celtic Fields ontdekt door dr. Brongers (1976, zie de blauwe cirkel in het kaartje).
Bronnen:
Rapportage Archeologische Monumentenzorg 141
Archeologische waardering van Celtic fields in Drenthe
Een verkennend methodologisch onderzoek
© Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 2009
Rhee, Brink en Kampen Gemeente Assen (Dr.)
Een Archeologische Begeleiding
auteur: drs. E. Schrijer
autorisatie: dr. J. Jelsma
© De Steekproef bv, Zuidhorn, april 2009