Skip to content

Hoe wij werken

Wij zijn sinds 1 november 2020 bezig een Herenboerderij op te zetten, een duurzaam opererend, kleinschalig coöperatief gemengd bedrijf, waar puur en eerlijk voedsel wordt geproduceerd: groenten, aardappelen, fruit, eieren, rund-, varkens- en kippenvlees. Alles van een hoge kwaliteit en voor een prijs, die vergelijkbaar is met die van de supermarkt. Het wordt een plek waar het goed toeven is voor mens en dier. Onze boer Henk is verantwoordelijk voor het werk op de boerderij.

De bodem van de Herenboerderij bepaalt wat er in technische zin aan groenten en fruit verbouwd kan worden. Maar het zijn de bodem, en de wensen van de Herenboeren, die samen bepalen wat er daadwerkelijk op die grond verbouwd gaat worden en welke dieren er gehouden worden. Vanzelfsprekend eten wij als Herenboeren met de seizoenen mee.

Biodiversiteit op Hof van Rhee

Bevorderen biodiversiteit

We proberen de biodiversiteit te bevorderen door onder andere het aantrekken van insecten die helpen bij de bestuiving van de fruitbomen en de groentes, zoals hommels, bijen en zweefvliegen. En insecten die helpen bij het bestrijden van ziektes en plagen, zoals lieveheersbeestjes, vogels en loopkevers.

Landschapselementen

In de opstartfase van de boerderij zijn we voornamelijk bezig met het creëren van landschapselementen om de biodiversteit te verhogen. Landschapselementen zijn een belangrijk onderdeel van het habitat en bieden onder meer verblijf-, schuil- en voortplantingsplekken, voedselbronnen en verbindingszones.

Helaas is het aantal landschapselementen sinds de vorige eeuw met meer dan 60% afgenomen, en dus één van de voornaamste redenen dat de biodiversiteit in het cultuurlandschap is gedaald.

De aangelegde struikenrijen tussen de groentepercelen, de raatakkers, zijn een mooi voorbeeld van landschapselementen die schuil- en nestgelegenheid bieden aan insecten en vogels dicht bij onze groentes.

Daarnaast hebben we een stekelhaag aangeplant van inheemse struiken die veel bloemen en bessen dragen. Naarmate de haag dichter groeit is het een goede plek voor vogels om in te schuilen tegen predatoren en om in nestelen. We hopen ook dat wanneer de haag dicht gegroeid is, het een natuurlijke barrière vormt waarmee we dassen en hazen uit onze groentepercelen weren. Een natuurlijk alternatief voor een hek.

In het vroege voorjaar hebben we een houtsingel aangelegd met fruit- en notenbomen en struiken. Deze houtsingel is aangelegd over het gehele perceel waardoor er verbinding tussen de bestaande houtsingels gecreëerd is. In het najaar wordt deze houtsingel nog verder aangevuld met bosplantsoen en regionale, oude appel- en perenrassen. Deze rassen zijn specifiek voor Drenthe en bijna uitgestorven en willen we daarom graag een plekje geven op onze percelen.

Kruidenrijk gras(wei)land

Ook in het weiland ligt nog een mooie klus voor de commissie. In fases gaan we het grasland inzaaien met kruidenmengsels met het doel om een kruidenrijk grasland te creëren. Ook worden er groepjes bomen aangeplant in de weide. Verder worden de randen van de percelen en in de boomgaard inheemse bloemenmengsels ingezaaid, naast de witte klaver die al is ingezaaid en volop groeit onder de jonge bomen.

In de toekomst willen we de sloot die dwars door het weiland loopt, verbreden en een meer natuurlijk karakter geven, zodat die in natte periodes meer water kan opslaan en in droge periodes water kan vasthouden.

Het meten van de biodiversiteit

Samen met studenten van hogeschool  Van Hall Larenstein uit Leeuwarden zijn we begonnen met metingen om de biodiversiteit te monitoren. Acht weken lang gaan cie leden en leden die zich hiervoor hebben opgegeven meelopen en proberen de protocollen onder de knie te krijgen, zodat we later zelf de metingen voort kunnen zetten. In de vroege ochtend tellen we de vogels die op de boerderij te vinden zijn. ’s Avonds plaatsen we LED

Witte tijger op Hof van Rhee - 1 juni 2021

vallen die nachtvlinders aantrekken en die we ’s morgens vroeg determineren. We vangen vliegende insecten, zoals hommels, bijen, lieveheersbeestjes en loopkevers om de aantallen te bepalen en te determineren. Verder tellen we regenwormen en bekijken de vegetatie die nu op de boerderij aanwezig is. Door deze metingen gestructureerd uit te voeren op de boerderij en in de omgeving hopen we een goed beeld te krijgen van de huidige en potentiële biodiversiteit op onze hof. Door een aantal metingen jaarlijks uit te voeren hopen we te kunnen vastleggen welk effect onze manier van boeren heeft op de biodiversiteit op onze percelen.

Verbeteren bodemkwaliteit

Een goede bodemkwaliteit is belangrijk voor belangrijk voor een gezonde bodem; heeft weinig schadelijke aaltjes, schimmels en een goede verhouding en hoeveelheid schimmels en bacteriën. Dit wordt o.a. bevorderd door een goede en ruime vruchtwisseling en vruchtopvolging.

Nulmeting

In november 2020 hebben we een zgn. nulmeting gedaan van de bodemkwaliteit, ook door studenten van de hogeschool Van Hall Larenstein. Bij deze nulmeting zijn veel grondmonsters genomen om te bepalen hoeveel en welke nutriënten er in de bodem zitten. Dit gaan we over een paar jaar herhalen en vergelijken met de uitgangspositie in 2020. Dan weten we precies of er bodemverbetering is opgetreden.

Verdichting vermijden

Daarnaast is gekeken naar de verdichting van de bodem. Verdichting leidt tot een slechtere ontwatering en snellere plasvorming en daardoor risico van verdergaande verdichting. Het verslechtert ook de bewerkbaarheid van de grond, beperkt de beworteling, de opname van water en de benutting van nutriënten door het gewas.

regenwormen in goede bodem
Bron: hogeschool Van Hall Larenstein

Om het belang van gezonde bodem weer te geven staat op de groenkennisnet.nl website over natuurinclusieve landbouw een mooie beschrijving over de bodem.

Organismen

In de bodem leven veel verschillende organismen: schimmels insecten, mijten, regenwormen, potwormen, aaltjes.

Al die organismen hebben invloed op de groei van planten: op grassen in weiland, akkerbouwgewassen of bomen en struiken. Ze zorgen dat de structuur van de bodem verbetert. De bodem wordt beter doorwortelbaar voor planten. De bodemorganismen breken bovendien plantenresten en andere organische stof af tot voedingsstoffen en organische stof voor het gewas.

Daarnaast kunnen bodemorganismen het optreden van bodemziekten onderdrukken.  Sommige schimmels – de mycorrhiza’s – stimuleren de groei van planten. Ze leven samen met planten en zorgen ook dat voedingsstoffen beter beschikbaar komen. Het bodemleven is indirect ook van invloed op andere dieren: veel weidevogels voeden zich met bodemorganismen. Weidevogels zijn daarom gebaat bij een gezonde bodem.

Bodembiodiversiteit

Het aantal soorten bodemorganismen en de hoeveelheid bodemleven of de bodembiodiversiteit verschilt per grondsoort en gebruikstype van het land. Grasland op klei en veen bevat meer bodemleven dan grasland op zandgrond. In kleigrond vind je meer bacteriën, in de lossere zandgrond vind je bijvoorbeeld meer springstaarten en mijten. Omdat grondbewerking het bodemleven verstoort, is de bodembiodiversiteit in grasland hoger dan op akkerland.

Humisme - Alle kleine beestje helpen
Bron: Groen Kennisnet (hogeschool Van Hall Larenstein)

Het bodemleven kun je op veel manieren beïnvloeden:

Organische stof

De aanvoer van organische stof heeft een grote invloed. Organische mest, compost en gewasresten stimuleren de opbouw van bodemleven, o.a. meer bacteriën, schimmels en regenwormen. Bovendien zorgt dat ervoor dat het organisch stofgehalte van de grond toeneemt, wat weer zorgt voor een betere structuur, en het vasthouden van water en voedingsstoffen.

Grondbewerking

Hoe vaker en dieper je de grond bewerkt, hoe sterker je het bodemleven verstoort. Voor de opbouw van een gezonde bodem is het daarom zinvol grasland minder vaak te scheuren. Je kunt als akkerbouw niet-kerende grondbewerking toepassen of minder diep ploegen.

Grondwaterstand

Door het waterpeil te verlagen, warmen bodems sneller op waardoor de grasgroei eerder begint, of je eerder het land op kunt met landbouwmachines. Maar een laag waterpeil zorgt er ook voor dat regenwormen dieper de grond in gaan. Weidevogels zijn daar niet bij gebaat.