Runderen van buiten
Runderen van buiten
Om aan de rundvleesvraag van de Herenboeren te voldoen, zijn elk jaar gemiddeld twaalf dieren nodig. Deze runderen komen uit een kudde, die gemiddeld twintig tot dertig dieren telt. Op elke kudde loopt één volwassen stier, zodat de kudde zich via natuurlijke weg kan vernieuwen. Om inteelt te voorkomen, komt er regelmatig een nieuwe stier.
De dieren lopen in principe jaarrond buiten in de wei, waar kwalitatief goed gras en smakelijke kruiden elkaar afwisselen. Ook aan schaduw is gedacht. En net als bij de varkens geldt dat sommige Herenboeren ervoor kiezen om de dieren een overdekte rustplek te geven.
Uiteindelijk bepaalt de boer wanneer een dier slachtrijp is.